Vlooien zijn ectoparasieten die men vaak terugvindt bij honden. In Europa worden honden voornamelijk besmet met de kattenvlo (Ctenocephalides felis) en de hondenvlo (Ctenocephalides canis). De vlooienbeten kunnen vlooienallergie dermatitis veroorzaken en het is bewezen dat vlooien een rol kunnen spelen als vector van onder andere lintwormen, Bartonella en Ricketssia. Meer dan 95% van de vlooienpopulatie bevindt zich als onvolwassen stadia in de omgeving. Wanneer men er niets aan doet kan dit binnen enkele dagen leiden tot een zware besmetting.
Meer dan 95% van de vlooienpopulatie bestaat uit onvolwassen stadia. Op elk moment kunnen deze grote aantallen eieren, larven en poppen evolueren tot volwassen vlooien en op die manier groeit de populatie snel aan. Wanneer men er niets aan doet kan dit binnen enkele dagen leiden tot een zware besmetting. Het is zeer moeilijk om deze besmetting van de omgeving aan te pakken.
Teken kunnen vele ziektes overdragen zoals bijvoorbeeld Anaplasmose, Babesiose en Erlichiose. Een teek kan tot 3000 eieren per keer leggen. Vooraleer ze eieren kan leggen neemt een vrouwelijke teek bloed op. Een teek kan tot 600 maal haar eigen gewicht opnemen in bloed. Het is belangrijk om de drie meest voorkomende Europese tekensoorten te doden of af te weren, vooraleer ze de kans krijgen om te bijten en op die manier ziektes over te dragen.
Zandvliegen (phlebotomen) kunnen ook ziektes overdragen, meer bepaald Leishmaniose. Zandvliegen voeden zich met bloed en zijn vooral actief tijdens de zomermaanden, wanneer ook honden vaak buiten komen.
Muggen hebben voor hun voortplanting stilstaand water nodig. Ze steken bij voorkeur op plaatsen waar de huid dun en makkelijk bereikbaar is, zoals op de buik, rond de bek en op de oren. Vrouwelijke muggen moeten meerdere keren bloed zuigen, vooraleer ze eieren (enkele honderden per keer) kunnen leggen. Muggen kunnen onder andere hartworm overdragen. Ook een allergische reactie op hun beten kan secundaire infecties van de huid veroorzaken.
Stalvliegen (Stomoxys calcitrans) zijn in heel Europa terug te vinden. Het zijn opportunistische eters (ze voeden zich met bloed) die meer dan vijf kilometer kunnen vliegen om een geschikte gastheer te vinden. Deze parasieten zijn overdag actief. Hun beet is ongeveer 200 maal pijnlijker dan een muggenbeet.